Over dekking, zwangerschap en bevalling

 

                                                                                                                   

 

 

Dekking
De dekking verloopt als volgt: de reu en de teef worden bijeen gebracht in een grote ruimte (het liefst een afgesloten buitenren) en leren elkaar onaangelijnd kennen. Vervolgens begint het paringsspel: de honden spelen en rennen wat. (Bij een ervaren reu blijft dit spel vaak achterwege.) Dan vindt de eigenlijke dekking plaats. Vervolgens kunnen de honden gaan `hangen', dat wil zeggen dat de penis nog opgezwollen in de vagina wordt vastgeklemd. Stel de honden indien nodig op hun gemak, probeer het `hangen', dat soms wel 45 minuten kan duren, in geen geval te laten ophouden door er bijvoorbeeld een emmer water overheen te gooien. Nadat de zwelling is verminderd, trekt de reu zich terug en likken de honden zich schoon. Het `hangen' is echter niet beslist noodzakelijk voor een geslaagde dekking, aangezien de zaaduitstorting doorgaans vóór de zwelling plaatsvindt.

Alvorens de dekking plaatsvindt moet je ervoor zorgen dat de teef alle inentingen heeft gehad. Wanneer je een teef voor het eerst laat dekken, of wanneer een reu voor het eerst dekt, moet je er rekening mee houden dat de onervarenheid tot problemen kan leiden, zoals voortijdige zaadlozing (buiten de vulva), of het bijten van de teef bij het inbrengen van de penis. Dit kan worden voorkomen door de teef aan te lijnen nadat de honden uitgespeeld zijn (het voorspel is beëindigd) en de teef zich "stelt". Ook hier geldt: op een oude fiets moet je het leren. Dus wordt een dekreu al op eenjarige leeftijd gekoppeld aan een ervaren teef (daarna gunnen we hem 4 tot 6 maanden rust) en laat men een onervaren teef bij de tweede of derde loopsheid (afhankelijk van de psychische volwassenheid van de teef) dekken door een ervaren reu.
Help echter niet al te snel, want sommige honden worden daar zenuwachtig van, en meestal redt de natuur zichzelf heel goed. Geef de honden vooral rustig de tijd.
De leeftijd van de reu speelt geen rol, zeker niet tot 8 jaar, maar de teef is tot en met haar derde jaar in topvorm. Daarna neemt het aantal jongen per nest geleidelijk af.

Beperk het aantal dekkingen tot twee, met hooguit één dag tussen die twee paringen. Anders wordt de teef op verschillende tijdstippen bevrucht en krijgt zij pups van te verschillende leeftijd, waardoor sommige pups te lang of te kort gedragen worden. Te kort gedragen pups missen vaak hun zuiginstinct en sterven uiteindelijk, of blijven eeuwig zorgenkinderen, te lang gedragen pups komen soms beschadigd ter wereld omdat zij te groot zijn om de geboorteweg te passeren. Ook kunnen zij - inmiddels gestorven - het geboortekanaal blokkeren, waardoor het leven van de andere pups in gevaar komt.

 

Zwangerschap
Een teef draagt 62 tot 66 dagen na de eisprong (dus niet na de dekking). Een paar dagen voor de geboorte gaat de teef een nest maken. Ongeveer twee dagen voor de geboorte kan melk uit de tepels gemasseerd worden. 12 tot 24 uur voor de geboorte daalt de lichaamstemperatuur met ruim een graad, tot beneden de 37 graden celsius. Wanneer 24 uur na de temperatuursdaling nog geen tekenen van bevalling zichtbaar zijn, moet de dierenarts worden gewaarschuwd.

Voeding tijdens de zwangerschap.
Tijdens de eerste vier weken van de dracht de teef niet meer voeren dan normaal. (Sommige teven, vooral Labradors, ontwikkelen tijdens de dracht vraatzucht.) Wel het eiwitgehalte opvoeren, door bijvoorbeeld meer kipvlees of eieren te voeren. Ook extra kalk en vitaminen toedienen.
Zodra de teef vier weken drachtig is, een spoelwormmiddel toedienen. Na tien dagen herhalen.
Tijdens de volgende vier weken dezelfde hoeveelheid voedsel geven, maar verdeeld over meerdere maaltijden.
In de laatste week iets meer voeding geven, alsmede voldoende vitamine A, B en D.
Beweging: na zes weken dracht moet de teef niet gestimuleerd worden om woest te spelen, te rennen of te zwemmen.

De kraamkamer
Vaak bevallen de teven in de huiskamer, maar wanneer daar niet genoeg rust heerst, kan men ervoor kiezen een aparte kraamkamer in te richten. Daarin plaatst men een werpkist, waar de teef zich gemakkelijk in kan draaien en waar ook nog voldoende ruimte voor de pups is. De bodem van de werpkist moet vrij van de grond staan. De kraamkamer moet vrij zijn van koude luchtstromen en tocht. De temperatuur dient er constant minstens 22 graden te zijn en de eerste drie weken mag de werpkist niet in het volle dag- of kunstlicht staan. De teef heeft voortdurend vers water tot haar beschikking.

Bevalling
De bevalling begint met het samentrekken van de baarmoeder: de weeën. Meestal is aan de teef niet te merken dat ze de eerste weeën heeft. Inmiddels brengt de baarmoeder de pups één voor één in het geboortekanaal. Zodra een pup in het bekken gebracht is, zal de teef de weeën ondersteunen met buikpersen.
Vervolgens komt er een sliert slijm uit de schede. Die wordt gevolgd door een blaas, waarin zich vruchtwater en de eerste pup bevinden. De meeste pups worden geboren terwijl zij al uit de vruchtvliezen zijn gebroken. Nu besnuffelt de teef de pup, bijt zij de navelstreng door en likt zij de pup schoon. Een pup kan na de geboorte best een poosje met zijn kop in het vruchtvlies zitten, want hij kan - afhankelijk van de buitentemperatuur - wel twintig minuten zonder zuurstof. Het is echter verstandig om niet al te lang te wachten met het vrijmaken van de pup, want de mogelijkheid bestaat dat de teef dit jong is ontgaan en dat zij zich al op de volgende concentreert.
De moederkoek van een hond heeft een groen gedeelte. Groen gekleurde uitvloeiing is dus normaal. De placenta vormt hoogwaardig voedsel voor de teef, dat tevens van belang is voor de weerstand van de pups.
De tijd tussen de geboorten van de pups loopt nogal uiteen: soms duurt het een kwartier, soms ook wel twee uur of langer. Een en ander is ook afhankelijk van de leeftijd en de conditie van de teef en het aantal pups dat zij bij zich draagt (hoe meer moeite haar het baren kost, hoe langer de tijd tussen twee geboorten zal zijn.)Wanneer een teef perst, maar er komt geen pup, moet na een half uur de dierenarts worden gewaarschuwd.
Soms wordt de dierenarts bij de bevalling gehaald om de pups te controleren en de teef een injectie te geven om de baarmoeder te laten samentrekken (leeg te persen).
Het aantal pups dat geboren wordt ligt ongeveer tussen 1 en 15. Acht pups is een heel aardig en normaal nest. Wanneer de teef aan het einde van de vruchtbare periode wordt gedekt is het aantal pups doorgaans groter. Bij relatief grote nesten beginnen wij wat eerder met bijvoeren.

Voeding na de geboorte
Een zogende teef eet twee à vier maal zoveel dan normaal, dus voeren wij de hoeveelheid voedsel langzaam op. Ook drinkt de teef aanmerkelijk meer dan normaal. Zorg dus altijd voor voldoende drinkwater. (Wanneer wij het idee hebben dat de moedermelk niet hoogwaardig genoeg is, voeden wij de teef - niet de pups! - bij met Lactol.)

Ontwikkeling van de pups
De pups worden blind geboren en de melktanden zijn nog niet doorgebroken. Pas na 9 tot 16 dagen gaan de oogjes open. Zij kunnen direct al ruiken. De eerste weken gunnen wij moeder en kroost veel rust, in een warme omgeving met  niet al te veel fel licht. Wanneer de pups twee weken oud zijn wordt heel voorzichtig het puntje van hun nageltjes geknipt. Die zijn namelijk vlijmscherp en verwonden de omgeving van de tepels. Na twee weken herhalen wij deze behandeling. Doordat de teef zoveel eet en drinkt, bestaat de mogelijkheid dat zij haar zindelijkheidstraining tijdelijk even vergeten is.
Drie weken na de bevalling worden de pups al echte hondjes. Wij verhuizen de pups met moeder naar een gezelliger, huiselijker omgeving. Deze fase is belangrijk om de pups aan de mens te wennen. Zij staan volkomen onbevangen tegen alles in hun omgeving, en wennen aan het huiselijk leven, met alle verschijningsvormen van dien: stofzuiger, muziek, kleine kinderen, verkeerslawaai, etc. Moeder en kind mogen nu ook worden bezocht door mensen die geen deel van het gezin uitmaken. Strelen en zachtjes borstelen is nu heel belangrijk. Ook kan het nodig zijn dominante pups enigszins te onderwerpen, zoals de teef dat ook doet. Wij doen dat door het "pittige ding" op de rug te leggen, over de buik te strelen, en het met de hand enkele minuten in die positie te houden zodra het zich begint te verzetten. Daarna laten wij het slachtoffertje los en spelen wij even met hem. Knuffelen verplicht!
Als de pups een maand oud zijn beginnen ze hun omgeving te verkennen. Dan gaan ze het moeder ook wat lastig maken, en daarom hebben wij een werpkist met vluchtplank gemaakt, waarop de mand van de moederhond staat en van waaraf zij haar kroost in de gaten kan houden, zonder dat het bij haar kan komen.
Zolang de pups uitsluitend bij de moeder zuigen, houdt de teef het nest schoon, door de hoopjes en plasjes van de pups op te likken en nestvervuiling te voorkomen. Na twee weken krijgen de pups hun eerste wormkuur en na drie weken tot een maand moeten de pups bijgevoerd worden. De teef wordt nu steeds vaker bij de pups weggehaald, om de pups te leren zelfstandig te eten. Wij voeren onze pups vanaf vier weken 's morgens om 8 uur, 's middags om 12 uur, 's middags om 4 uur en 's avonds om 8 uur geweekte puppybrokjes (Pro Plan Puppy Chicken & Rice). Ook staat er voor de pups voortdurend een bak met vers drinkwater klaar.
Als de pups een week of zes oud zijn, krijgen zij hun puppy-inenting en vindt het eerste medische onderzoek plaats. Tussen 6 en 9 weken worden de pups gechipt door de Raad van Beheer.