|
regelmatig hebben wij te maken met een hond of kat (die bijvoorbeeld voor een enting komt) waarbij tot grote schrik van de eigenaar een hartruis wordt geconstateerd. De meeste hartproblemen komen voor bij dieren van middelbare of oudere leeftijd. Toch zien we in toenemende mate in bepaalde rassen aangeboren hartafwijkingen voorkomen. Hierdoor worden wij als dierenarts steeds vaker geconfronteerd met een hartruis bij jonge dieren en pups. Het vinden van een hartruis bij het onderzoek wil niet direkt zeggen dat er iets heel ergs aan de hand is maar een groot deel van de dieren met een hartruis krijgt daar vroeger of later wel problemen mee.
De meeste hartproblemen worden ontdekt doordat er een hartruis wordt gehoord door de dierenarts. Veel eigenaren denken dat de mate waarin die ruis hoorbaar is, een maat is voor de ernst van het hartprobleem. Dat is niet zo. Een hartruis wordt veroorzaakt door een abnormale werveling van het bloed. De oorzaak van die werveling kan velerlei zijn. Bijvoorbeeld een niet goed functionerende hartklep, een vernauwing van de grote lichaamsslagader of van de longslagader, een gaatje tussen de twee hartkamers of een verslapping van de hartspier. Je kunt onmogelijk aan het hartruisje horen wat en hoe ernstig de oorzaak is. Er zijn ook genoeg dieren die een hartruis hebben maar waarvan het hart zo goed blijft functioneren dat er nooit problemen ontstaan. Wij hebben zelf een Dobermann gehad die er 13 jaar mee is geworden. Alleen op hete zomerdagen en met narcose moesten wij uitkijken, dat was riskant. Helaas zijn er ook hartafwijkingen waarbij géén hartruis hoorbaar is. Dan is het soms moeilijk voor een dierenarts om deze op te sporen. Een verhoogd hartritme samen met de klachten van het dier kan dan een aanwijzing zijn.
Sommige rassen hebben meer kans op bepaalde hartaandoeningen. Bij Dobermanns en Deense Doggen komen regelmatig hartspierafwijkingen voor. Bij veel kleine hondjes komt op latere leeftijd een lekkende hartklep voor. Golden Retrievers, Berner Senners en Boxers hebben in toenemende mate last van een aangeboren vernauwing van de grote lichaamsslagader.
De meeste hartproblemen geven pas geleidelijk aan duidelijke klachten. Men moet hierbij in het begin vooral denken aan een verminderd uithoudingsvermogen. De hond is sneller moe. Ook vermagering ondanks een goede eetlust kan optreden. Bij ernstige gevallen treed vervolgens een moeilijkere ademhaling en hoesten op. Ook kan de buik dikker worden doordat er vocht in de buik achter blijft. Indien het dier niet wordt behandeld sterft het vroegtijdig. Bij sommige aangeboren hartafwijkingen kan een plotselinge sterfte voorkomen. Met name in de zomer omdat door het benauwde weer het hart dan meer wordt belast.
Vroeger moesten we maar afwachten hoe het afliep met een dier met een hartruis en als het dier klachten kreeg werd min of meer op de gok een bepaald medicijn voorgeschreven. Tegenwoordig kunnen we echter véél meer. Door middel van een röntgenfoto, ECG (hartfilmpje) of een echo van het hart kan bekeken worden wat er aan de hand is en of het hart met deze kwaal nog goed of niet meer zo goed functioneert. Dieren met duidelijke klachten van het hart kunnen aan de hand van deze onderzoeken op het voor die aandoening beste hartmedicijn worden gezet. Er zijn veel medicijnen voor het hart beschikbaar en niet elk medicijn is geschikt voor elke hartkwaal. Aan de hand van een vervolg ECG, meestal 2 weken later, wordt gecontroleerd of het medicijn het gewenste effect heeft of dat misschien de dosering moet worden aangepast. Soms wordt een tweede medicijn erbij gegeven voor een optimaal effect. Dieren met een hartruis die nog géén klachten hebben, maar waarvan op het ECG blijkt dat de functie van het hart niet meer 100% is, kunnen met bepaalde medicijnen veel langer en prettiger leven. Er is aangetoond dat de levensduur bij dergelijke honden met een factor 3 wordt verlengd! Dat is nogal wat. Daarnaast wordt de kwaliteit van leven verbeterd. De meest eigenaren vertellen dan ook dat hun hond weer veel speelser is geworden.
Ook het onder narcose brengen van dieren met een hartruis is na het maken van een ECG veel minder riskant geworden. De narcose wordt aan de hand van de uitkomst van het ECG optimaal aangepast. Alle dieren die dan ook onder narcose worden gebracht worden vlak voor de narcose nogmaals helemaal onderzocht. Het kan immers zijn dat een hartruis die een maand geleden nog niet hoorbaar was, nu wel is te horen. Mede hierdoor is het fenomeen "in de narcose blijven" oftewel onverwachte sterfte tijdens de narcose is gelukkig vrijwel niet meer aanwezig (dit laatste komt ook door het gebruik van moderne narcose-middelen, bewakingsapparatuur tijdens de narcose en een intensieve zorg rond de operatie). |
|